Rolstoelhockey
Ik deed ook aan sport en dat was dan rolstoelhockey.
Deze sport beoefen ik al sinds ik zeven jaar oud was.
Ik deed deze sport op de vereniging genaamd Kampong Wheely's.
Elke woensdag middag was er op de Mytylschool Utrecht rolstoelhockey training.
De training begon om 13:00 uur en eindigde om 14:15 uur.
Op de training was het altijd druk en vooral gezellig.
We hadden samen veel plezier in deze sport.
Soms ging het er hard aan toe maar hielden altijd rekening met elkaar.
In het begin wilde ze mij altijd in het doel hebben.
Ik had nogal een grote rolstoel waardoor er moeilijk gescoord kon worden.
Bovendien was ik ook erg goed in keepen.
Maar toen ik steeds beter begon te worden wilde ik graag uit het doel.
Ik scoorde in de oefeningen erg vaak en wilde graag in de aanval gaan spelen.
Sommige dachten daar anders over en vonden dat ik maar moest blijven keepen.
Volgens hun was dat beter voor iedereen dat ik de keeper bleef.
Ik accepteerde dat niet want keepen kon ik al goed wat is er nou mis mee om andere vaardigheden te verbeteren.
De trainer was het met me eens maar elke keer wilde niemand op doel staan.
Dus moesten we dat maar af wisselen zodat ik ook wat vaker mee naar voren kon gaan.
Na een tijdje wist ik voor het eerst een doelpunt te scoren in een wedstrijd.
Ik was daar erg trots op dat het me gelukt was.
Na een tijdje werd mij gevraagd of ik zaterdag mee wilde spelen in het team.
Ze kwamen spelers te kort en konden wel een extra aanvaller gebruiken.
Op deze dag heb ik gewacht dat ik mee mocht spelen in het team.
De eerste wedstrijd was ik erg zenuwachtig.
Ik mocht meteen mee spelen en ik stond in de aanval.
De eerste wedstrijd was tegen de koploper Kaistadrollers E2 dat ook nog eens onze rival bleek te zijn.
Al snel kwamen we op een 0-1 achterstand ondanks wij de betere ploeg waren.
Vlak voor de rust kwamen we terug en stond het 1-1.
De tweede helft was erg spannend.
Beide teams gaven zich voor honderd procent maar elke keer wisten de keepers de ballen tegen te houden.
De tijd was bijna om en we wilde hoe dan ook van ze winnen.
Vlak voor het einde van de wedstrijd kreeg ik onverwacht de bal aangespeeld.
Ik had daar niet op gerekend en moest snel wat bedenken.
De enige optie was gewoon uithalen op doel.
Ik schoot de bal hard op doel en de keeper kon de bal niet stoppen, we wonnen de wedstrijd met 2-1.
De andere twee wedstrijden hadden we ook gewonnen en daarmee werden we tweede.
We kregen de tweede prijs uitgereikt waar we erg trots op waren.
Ik had die dag zeven doelpunten gescoord en kreeg een plek in het team.
We hebben samen mooie jaren beleeft en vooral plezier gehad.
We hadden met het team al vele prijzen gewonnen.
We zijn een paar keer derde van Nederland geworden.
Een paar keer tweede van Nederland geworden en zelfs Nederlands kampioen geworden in het seizoen 2005/2006.
Maar als we een keertje geen prijs hadden gewonnen waren wij ook trots.
Tenslotte draaid het bij ons om het plezier die we samen in deze sport hebben.
Het gaat niet alleen om het winnen of verliezen zolang je maar plezier hebt met elkaar.
Soms had ik geen plezier of zin om te sporten.
Dat had vaak ook wel een redenen waarom ik geen plezier of zin had in rolstoelhockey.
Na het jaar dat we kampioen zijn geworden werd mijn spierkracht minder.
Me rolstoel werd ook snel warm waardoor ik niet goed mee kon doen.
Bij de wedstrijddag werd ik vaak niet opgesteld omdat niet goed genoeg was.
Sommige medespelers begonnen raar tegen me te doen omdat ik niet goed genoeg was en probeerde me gewoon weg te pesten.
Het plezier in de sport werd me ontnomen en uiteindelijk verloor ik mijn zelfvertrouwen.
Op zo een manier wilde ik niet verder sporten.
Teamgenoten die je alleen maar pijn doen alsof je uitgelachen werd dat je spierziekte achteruit gaat. Toen de trainer hoorde waarom ik wilde stoppen werd ik meteen arpart genomen.
De trainer wist dat mijn spierkracht achteruit ging en dat ik een rolstoel probleem had.
Ze waren met een sportrolstoel bezig zodat ik straks beter mee kan sporten.
Waarom zou je stoppen met sporten als rolstoelhockey je passie is vroeg de trainer.
Als je stopt geef je hun de zin laat ze zien dat je wel kan hockeyen.
Waarom geef je het niet nog een kans en kijk hoe het straks met de sportrolstoel gaat.
Uiteindelijk ben ik door gegaan met sporten.
Toen ik me sportrolstoel kreeg en alles beter ging vond ik mijn plezier in de sport en me zelfvertrouwen terug.
Natuurlijk bleef mijn spierkracht af nemen maar door mijn nieuwe rolstoel die snel en wenbaarder was kon ik goed mee draaien.
Na een tijdje ging mijn spierkracht snel achteruit. De trainer stelde voor om over te stappen op een T-stick.
Ik wilde daar niks van weten ook omdat het mij confronteerde.
Ik wilde het gewoon niet horen omdat het me pijn deed.
De trainer snapte maar al te goed hoe ik me voelde maar wilde toch dat ik hem vast ging bestellen.
Nog even en je kan geen handstick meer vast houden dan heb je in iedergeval een stick dat je spelen kan als de dag daar is.
Ik kon helaas sinds het najaar van 2012 geen hand stik meer vast houden omdat ik na het sporten te veel pijn kreeg in mijn armen.
Daardoor lag ik soms twee hele dagen op me bed en dat kon natuurlijk niet de bedoeling zijn.Ik had het er erg moeilijk mee dat ik geen stik meer vast kan houden.
Voorheen scoorde ik ook veel doelpunten en stond ik in de verdediging of in de aanval.
Met een T-stick vast aan de rolstoel was scoren niet makkelijk omdat je alles op snelheid moet doen.
Het was niet onmogelijk om met een T-stick te scoren want ik had er in totaal 16 doelpunten mee gemaakt.
Als ik toen iemand zag scoren met een handstick dan dacht ik soms bij me eigen van ja normaal stond ik daar om te scoren.
Ik beleefde heel veel plezier in het sporten en zo af en toe scoorde ik een doelpunt wat me heel goed deed.
Naast het Rolstoelhockey ben ik vijf jaar trainer geweest van de E2.
In het eerste jaar was het voor mij erg zoeken omdat niemand naar mij wilde luisteren.
Uiteindelijk begonnen ze te luisteren en begonnen we goed mee te draaien.
Als trainer heb ik drie prijzen gewonnen een keer tweede geworden en twee keer derde geworden.
Helaas moest ik me lust en me leven opgeven wegens gezondheids redenen.
Ik heb 17 mooie jaren mogen mee maken in de hockey sport die ik nooit zal vergeten.
Ik herinner de goede tijden die ik bij Kampong Wheelys heb mogen meemaken.
Ook herinner ik de moeilijke momenten die ik heb mee gemaakt.
Het moeilijkste vond ik dat ik een hoop teamgenoten of mensen die ik goed kende ben verloren.
Deze beslissing om te stoppen was heel erg moeilijk voor mij om te maken omdat de sport alles voor me was.
De sport was alles wat ik goed kon doen en helaas ben ik dat nu kwijt.
Soms heb ik het er nog steeds erg moeilijk mee.
Ik heb het nooit een plaats kunnen geven omdat Rolstoelhockey me passie was.
Ik zou graag nog een keer het veld op willen en voor de laatste keer een wedstrijd willen spelen.
Maar ondanks ik gestopt ben met rolstoelhockey ben ik toch blij dat ik deze sport heb kunnen doen!
Reactie plaatsen
Reacties